a(b+c)=ab+ac

Opdrachten oefenen

Met deze opdrachten word je geholpen met het antwoord.

Denk aan de afspraak:

Werk de haakjes weg. Denk goed aan de regel a(b+c)= ab + ac.

Tijd voor een stapje moeilijker.
We krijgen nu ook sommen met letters voor de haakjes. Onthoudt goed dat het principe niet veranderd.
Hoe werkt het ook al weer wanneer je x met x vermenigvuldigd?

Op naar de volgende stap. We gaan er meer min-tekens doorheen gooien. Let hierbij aan de afspraken van het vermenigvuldigen.

Nu wordt het tijd dat we alle kennis gaan combineren.

Bij de volgende sommen ga je eerst de haakjes wegwerken. Vervolgens moet je de uitkomsten nog zo ver mogelijk herleiden.